Wet Toekomst Pensioen, gaat in per 1 januari 2023, overgangsrecht tot 1 januari 2026.
Minister Wouter Koolmees heeft half mei 2021 bekend gemaakt dat de voorgestelde datum dat alle pensioenregelingen moeten zijn aangepast aan de nieuwe regels van de Wet Toekomst Pensioen is verschoven van 1 januari 2025 maar 1 januari 2026.
De meest nu nog voorkomende pensioenregeling is de middelloonregeling.De middelloonregeling en de eindloonregeling zijn per 1 januari 2026 niet meer toegestaan.
De enige na 1 januari 2026 nog toegestane pensioenregeling dient gebaseerd te zijn op het beschikbare premiesysteem. Ook zullen vanaf dan voor alle werknemers een gelijk percentage beschikbare premie gelden. Het maximumpercentage bedraagt 30% van de pensioengrondslag. Dat is in eerste instantie gunstig voor de jongeren en voor de ouderen ongunstig. Zij zullen dan ook om compensatie vragen. In de wet is opgenomen dat de werknemers die erop achteruitgaan adequaat moeten worden gecompenseerd. Helaas is niet gedefinieerd wat in deze wet onder adequaat wordt verstaan. Dat zal waarschijnlijk vanwege de vele te verwachten procedures uiteindelijk door Rechters worden geformuleerd. De compensatie moet vreemd genoeg ook gelden voor de werknemers die na 1 januari 2026 in dienst treden. Ook moet er een pensioen-ambitie niveau met de werknemers worden afgesproken waarbij na vijf jaar steeds moet worden bekeken of dat ambitieniveau is gehaald. Een sanctie op her niet behalen van de ambitiedoelstelling is echter niet opgenomen.
OVERGANGSRECHT.
Indien de pensioenregeling voor 1 januari 2026 is omgezet naar een pensioenregeling gebaseerd op het beschikbare premiesysteem met leeftijdsafhankelijke premie dan mogen de huidige staffels -die oplopen naarmate men ouder wordt- gehanteerd blijven. Als de pensioenregeling na 1 januari 2026 wordt omgezet dan dient men de voor iedereen gelijke beschikbare premie te hanteren en mag deze niet meer oplopen bij het stijgen der leeftijdsjaren. De pensioenachteruitgang zal dan groter zijn en de vlakke premie zal hoger zijn voor relatief jongere medewerkers met een hogere premie als gevolg.
Ook moeten werkgevers die de pensioenregeling na 1 januari 2023 veranderen een transitieplan overleggen aan de pensioenuitvoerder. In het transitieplan zijn een aantal voorwaarden opgenomen die niet gelden als de pensioenregeling voor 1 januari 2023 zou zijn veranderd.
Het is daarom raadzaam om op tijd te starten met het laten maken van berekeningen voor de gevolgen van de te maken keuzes voor een nieuwe pensioenregeling.
Hoe nu verder?
Alle pensioenregelingen moeten voor 2026 zijn aangepast. De uitgestelde salarissen van werknemers (pensioen) worden hierdoor veranderd.
Indien aanwezig moet een ondernemingsraad instemmen met de voorgenomen verandering van de pensioenregeling. Ook moeten werknemers individueel instemmen met de verandering van hun pensioenregeling. Hiervoor zijn berekeningen nodig die inzicht geven van de consequenties van de voorgenomen pensioenverandering voor de medewerker en is goede communicatie met de medewerkers van groot belang om in de toekomst mogelijke rechtszaken te voorkomen.
Het doorrekenen van de kosten en de opbrengsten voor de medewerkers van de huidige pensioenregeling en de voorgestelde pensioenregeling is een traject dat pensioen juridische en actuariële kennis vergt.
Wij hebben hier ruime ervaring mee en ondersteunen onze relaties graag om te komen tot een betaalbaar alternatief voor de huidige pensioenregeling.