Nieuwsbrief 2021 – maart


Werkgever tweemaal volledig onderuit bij pensioenverandering zonder akkoord werknemers.

 

In twee instanties hebben werknemers ook twee keer gelijk gekregen aangaande het feit dat een werkgever niet eigenmachtig de pensioenregeling mag veranderen zonder instemming van de werknemers.

Daar er nieuwe wettelijke regels waren gesteld aangaande de pensioenen moest de werkgever de pensioenregeling aanpassen omdat anders de regeling niet meer zou worden erkend als pensioenregeling met alle rampzalige fiscale gevolgen van dien. Nu de werkgever de regeling toch op de schop nam zijn er meteen wat andere zaken aangepast en gelijkgetrokken zoals de eigen bijdrage en een verbetering van het nabestaandenpensioen.

Eigen bijdrage
De werknemers die voor 2003 al in dienst waren hadden geen eigen bijdrage en de werknemers die vanaf 2013 in dienst zijn getreden betaalden 10% van de pensioengrondslag. Dat werd geharmoniseerd naar een lager percentage eigen bijdrage maar dan voor alle werknemers dus ook voor de werknemers die voor 2013 in dienst waren getreden. De werknemers die voorheen geen eigen bijdrage hoefde te betalen waren het er niet mee eens en zijn uiteindelijk naar de Rechter gestapt.

De Rechter stelde hen in het gelijk ondanks het argument van de werkgever dat er in de pensioenregeling een clausule is opgenomen dat de pensioenregeling eenzijdig door de werkgever mag worden aangepast.  Deze clausule staat in heel veel pensioencontracten maar dat slaat op het feit dat er echt zwaarwichtige argumenten moeten zijn om die aanpassing en zelfs versobering te mogen doorvoeren omdat anders het bedrijf omvalt of niet meer levensvatbaar is. De werkgever heeft de zwaarwichtige redenen niet aangetoond.

Zwaarwichtige belang
De (pensioenadviseur van de) werkgever bleef in twee instanties van mening dat de werkgever de pensioenregeling eenzijdig mocht wijzigen. Argumenten hiervoor zoals “de ondernemingsraad had ook ingestemd, de bijdrage voor de werknemers stelt niet veel voor, vanwege wetswijziging moet er nou eenmaal worden aangepast, het verschil in eigen bijdrage tussen werknemers die in dienst waren voor 2003 en hierna is wel erg groot dus moet er geharmoniseerd worden vanwege onrust daarover onder de werknemers, de pensioenregeling moet toekomstbestendig worden etc., etc. werden door de rechter behandeld en ter zijde geschoven.

Terecht keek de rechter eerst naar de vraag of de werkgever zonder instemming van de werknemers de pensioenregeling wel mocht veranderen.
Zoals eerder genoemd is dat mogelijk als dit overeengekomen is met de werknemers en de werkgever kan aantonen dat het veranderen zonder instemming dermate belangrijk voor de onderneming is dat het belang van de werknemers hieraan ondergeschikt is. Het zogenaamde “zwaarwichtig belang”.

De werkgever kon of wilde niet aantonen dat de continuïteit van de onderneming in gevaar zou komen als deze eigen bijdrage niet zou worden doorgevoerd. Tevens had de werkgever eerder aan de medewerkers aangegeven dat er slechts sprake zou zijn van een geringe eigen bijdrage. De werkgever mocht dus niet zonder toestemming van de werknemers veranderen.

De werkgever stelde verder dat hij bij het in het gelijkstellen van de werknemers alles weer terug naar het oude systeem zou gaan. Dus ook de voorwaarden van de nieuwe regeling en ook de lagere bijdrage voor de overige werknemers in de nieuwe regeling. Ook hierin ging het Hof niet mee.

De pensioenregeling moest immers worden aangepast vanwege veranderde wetgeving (en zonder aanpassingen zou de pensioenregeling niet fiscaal toegelaten zijn en een goed werkgever zorgt voor een pensioenregeling die wel toegestaan is) en zodoende behoeven werknemers die een premievrij pensioen hadden geen eigen bijdrage te betalen, werknemers die de nieuwe regeling hebben geaccepteerd houden hun verlaagde bijdrage en de pensioenregeling is en blijft aangepast aan de wettelijke voorschriften.

Ondernemersraad
De punten die de adviseurs van de werkgever aandragen bij een pensioenverandering klinken veelal heel acceptabel en de Ondernemingsraden dienen zowel het belang van de onderneming als van de medewerkers. Het is wel enigszins begrijpelijk dat de OR heeft ingestemd met de voorgestelde veranderingen.

De argumenten die worden aangevoerd door (pensioenadviseurs van) werkgevers zijn vaak dezelfde, klinken absoluut redelijk, maar zijn dit vaak niet. Het gaat vaak om kostenbesparing en als dat inderdaad zo is dan prikt de Rechter daar eenvoudig doorheen als er geen toestemming voor de wijzigingen is verkregen van de werknemers.

Als de continuïteit van de onderneming in gevaar komt zal de OR best instemmen met versobering, maar dit moet dan wel aangetoond worden. De loze kreet dat “pensioen onbetaalbaar wordt” moet wel toegelicht worden en goed worden onderbouwd anders kan het verkeerd uitpakken. Het gaat wel om het inleveren van uitgesteld loon.

Mr.  Scato Laman Trip
Pensioenadviesbureau Mr Laman Trip

Ons kantoor doet veel omzettingen van pensioenregelingen waarbij de insteek is dat alle werknemers worden geïnformeerd over de plussen en minnen van de nieuwe en oude regeling en dat de werknemers tekenen voor akkoord.
Voor meer informatie of contact: telefoonnummer 010-4226248 of mail naar: info@LamanTrip.nl 

[1]https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2021:1510&showbutton=true&keyword=pensioen